Ga je een profielwerkstuk maken? Het is een grote en belangrijke opdracht, waarmee je samenbrengt wat je in de afgelopen jaren tijdens jouw opleiding hebt geleerd. We leggen je uit wat dit precies is, wat de belangrijke onderdelen zijn én hoe je daarmee stap voor stap aan de slag kunt.
Het profielwerkstuk (PWS) is het grote werkstuk dat je schrijft in het laatste jaar op de middelbare school. Je kiest zelf het onderwerp. Zo kun je je verdiepen in iets dat je écht interessant vindt.
Tip: de meeste scholieren schrijven hun profielwerkstuk voor één vak, vooral op de havo en het vwo. Je kunt er ook voor kiezen om meerdere vakken te combineren, als dat beter past bij jouw interesses en het onderwerp dat je kiest.
We zetten de 7 belangrijkste onderdelen van het profielwerkstuk voor je op een rij:
Jouw profielwerkstuk begint met de titelpagina. Hierop vermeld je natuurlijk de titel van je werkstuk, net als jouw naam, de klas waarin je zit, de begeleidende docent en de inleverdatum. Daarnaast is het een goed idee om een afbeelding toe te voegen die goed past bij het onderwerp dat je hebt gekozen.
In het voorwoord schrijf je een persoonlijk stukje tekst. Leg uit hoe je het onderwerp voor jouw profielwerkstuk hebt gekozen. Verwijs naar een interesse die je altijd al had, een trend die je ziet ontstaan of een actuele gebeurtenis die je aan het denken zette.
Met de inhoudsopgave in het profielwerkstuk zorg je ervoor dat voor de lezer duidelijk is waar jij het over gaat hebben.
Tip: schrijf je jouw profielwerkstuk in Word of een andere tekstverwerker? Gebruik de mogelijkheid tot een automatische inhoudsopgave, waardoor veranderingen in het document meteen worden doorgevoerd. Dit scheelt je lekker veel tijd!
De inleiding is het eerste grotere onderdeel van jouw profielwerkstuk. Je introduceert het onderwerp, waarbij je het onderwerp op een meer serieuze en formele manier benoemt. Leg op een logische manier uit waarom dit onderwerp het onderzoeken waard is en hoe je daarmee aan de slag zal gaan.
In de inleiding van het profielwerkstuk kun je een aantal vragen stellen, die je in het onderzoek zal beantwoorden. Zo maak je de lezer nieuwsgierig naar de feiten.
Eén van de belangrijkste onderdelen van het profielwerkstuk is de hoofdvraag met de deelvragen die daarbij horen. De hoofdvraag heet ook wel de onderzoeksvraag. Het antwoord hierop geef je met het totale werkstuk.
De deelvragen gebruik je om de hoofdvraag op te delen in (sub)hoofdstukken. Dit maakt het mogelijk om er dieper op in te gaan, waarmee je een deel van de onderzoeksvraag kunt beantwoorden.
Let op: het is belangrijk om jouw hoofdvraag niet te breed of te smal te kiezen. Voorkom dat je alles wilt beantwoorden en daarvoor ontzettend veel onderzoek moet doen. Zorg er aan de andere kant ook voor dat je er uitgebreider op kunt antwoorden dan met een ‘ja’ of ‘nee’. Dit doe je door een open vraag te stellen.
Met de deelvragen en uiteindelijk de hoofdvraag geef je antwoord op de vragen in de inleiding en tijdens het onderzoek. De losse eindjes komen bij elkaar. In de conclusie geef je nog één keer duidelijk antwoord op de vraag die je aanzette tot het onderzoek.
Met de samenvatting zorg je ervoor dat lezers al in het kort kunnen doornemen waar jouw onderzoek over gaat en welke bevindingen je deed. De samenvatting mag de belangrijkste conclusie(s) alvast weggeven en moet nieuwsgierig maken om het hele profielwerkstuk te lezen.
Je sluit jouw profielwerkstuk af met de bronnenlijst en eventuele bijlagen. Met de bronnen geef je aan waar je jouw informatie vandaan hebt gehaald. Het is belangrijk om dit op alfabetische volgorde te doen en volgens de regels van jouw opleiding.
De bijlagen bestaan uit interviews, tabellen, afbeeldingen en andere bronnen die te groot zijn om in het profielwerkstuk op te nemen. Gebruik alleen bijlagen die interessant zijn voor de lezer, bijvoorbeeld om meer achtergrond te krijgen bij wat je hebt opgeschreven.
Wil je aan de slag met een profielwerkstuk? Kies een interessant onderwerp met een daarbij duidelijke onderzoeksvraag.
Verdiep je in de onderwerpen die je leuk vindt en probeer minimaal 3 tot 5 keer door te vragen. Stel je de vraag hoe iets werkt of waarom iets op een bepaalde manier werkt. Probeer te achterhalen wat je nog niet weet, om dieper in het onderwerp te kunnen duiken.
Tip: de oriëntatiefase voor jouw profielwerkstuk is vaak de belangrijkste. Gebruik minimaal 4 tot 8 uur om je goed te verdiepen. Zo kom je tot een interessant onderwerp waar je zelf graag meer van wil weten.
