“Een veelgehoorde mening is dat je je voor het eindexamen Frans, leesvaardigheid/teksten, niet kunt voorbereiden”, zegt Nardy Frijters. Nardy is auteur van de examenbundel Frans. Ze vertelt verder: “Maar niets is minder waar. Uiteraard weet je nooit vooraf of de teksten je liggen, maar een aantal factoren heb je toch echt in eigen hand. Hierbij mijn tips.”
Hoe bereid je je voor op het eindexamen Frans?
Tip 1: Woordkennis.
Lezen is een vaardigheid, maar zonder (woord)kennis kost het lezen je heel veel moeite. Dat betekent dus dat je een behoorlijke woordenschat moet hebben en kennis van de Franse grammatica (vanwege de zinsbouw bijvoorbeeld). In de afgelopen jaren heb je al heel wat woorden geleerd, maar ga daar ook in je examenjaar mee door. Tijdens het examen heb je geen tijd om alle onbekende woorden op te zoeken en het lezen wordt er ook niet makkelijker op als je telkens naar je woordenboek moet grijpen. Veel vragen zijn in het Frans gesteld. Het is heel fijn als je de vragen begrijpt. Er zijn veel woorden en uitdrukkingen die in de vragen bij de teksten regelmatig terugkomen. In de meeste methodes vind je wel een lijstje van deze vragen. En vergeet de signaalwoorden niet. Die zijn belangrijk voor het begrijpen van de tekstverbanden (bijv. d’abord, ensuite, donc, mais).
Tip 2: Vaardigheid.
Lezen is een vaardigheid. En je wordt vaardig door het vaak te doen. In het begin is lezen moeilijk, maar al snel zal je merken dat het je steeds makkelijker afgaat. Het maakt in principe niet uit wat je leest, boeken, kranten, artikelen op internet. Lees over onderwerpen die je interesseren, bijvoorbeeld het nieuws, sport, mode, milieu.
Tip 3: Oefenen.
Oefen regelmatig een eindexamentekst. Je kunt de examens allemaal online vinden. Probeer ook eens om een heel examen achter elkaar te maken, 2 ½ uur. Dan ervaar je hoe dat is, of je het op tijd afkrijgt en hoe het met je woordkennis is gesteld.
Tip 4: Keuze van de onderwerpen.
Kijk in oude examens welke onderwerpen zoal aan bod komen en lees vooraf iets over deze onderwerpen. De volgende onderwerpen komen regelmatig terug: het milieu, duurzaamheid, onderwijs, fastfood, nieuwe technologieën, toerisme, feminisme, sport etc. In de examens Frans staan alleen zakelijke teksten en geen literaire. Voorbeelden van sites waarop je veel goede artikelen kunt vinden zijn de sites van kranten en tijdschriften: Le Monde (krant), La voix du Nord (krant), L'Equipe (sportkrant), Marie-Claire (tijdschrift).
Tips tijdens het examen.
- Net zoals er verschillende teksten zijn, zijn er ook verschillende soorten vragen. Er zijn lange teksten met veel vragen en korte teksten met soms maar één vraag. De open vragen moet je in het Nederlands beantwoorden. Soms moet je een vraag met ja of nee beantwoorden, maar let er dan op of je dat antwoord ook nog moet uitleggen.
- Het kan ook zijn dat er wordt gevraagd om de eerste en/of laatste twee woorden van een zin te citeren. Doe dat vooral zorgvuldig.
- Bij open vragen kun je eerst proberen om voor jezelf een antwoord op de vraag te formuleren en daarna in de tekst controleren of dat klopt.
- Bij meerkeuzevragen kun je altijd meteen de antwoorden afstrepen waarvan je denkt dat ze fout zijn.
- Voor het beantwoorden van de verschillende vragen zijn er allerlei strategieën te bedenken. Waarschijnlijk zal er tijdens de lessen Frans wel aandacht aan besteed worden. Ook vind je in de meeste methodes leesstrategieën die je kunnen helpen bij het kiezen van het juiste antwoord.
- Als je aan een tekst begint, activeer dan je voorkennis. Bedenk wat je al van het onderwerp weet en gebruik je gezonde verstand.
- Deel je tijd goed in. Kijk hoeveel teksten er zijn. Meestal ligt het aantal vragen tussen de 45 en 50. En daar heb je 2 ½ uur de tijd voor.
- Als je klaar bent, lees dan nog eens je Nederlandse antwoorden op de open vragen na. En bedenk of je antwoord voor iedereen begrijpelijk is en niet alleen maar een vertaling van een zin uit de tekst.
Bonne chance!
Geschreven door Nardy Frijters, auteur van Libres Service.