Alles uit je taalexamen halen? Begin hier!

Doe jij dit jaar examen in Nederlands, Engels, Duits of een andere taal? Deze tips helpen je met een goede voorbereiding. De taalvakken lijken soms misschien simpel: 'je leest gewoon een tekst en beantwoordt wat vragen'. Maar vergis je niet – er zit een strategie achter hoe je deze examens goed maakt.

Het goede nieuws? Als je weet waar je op moet letten, kun je echt veel beter scoren. En nee, het hoeft niet saai te zijn! Heb je het trucje eenmaal door? Dan wordt het zelfs nog interessant!

Meisje aan het studeren op de bank

Tips voor taalexamens

1. Actualiteit scoort

Laten we beginnen met iets wat veel leerlingen onderschatten: actuele onderwerpen. Die komen verrassend vaak terug in de eindexamens. Denk aan thema’s als sociale media, duurzaamheid, mentale gezondheid of technologische ontwikkelingen. De teksten in het examen sluiten vaak aan bij onderwerpen die nu spelen. Dus: kijk af en toe een journaal, lees eens een artikel op NOS of NU.nl, en wie weet herken je straks iets in je examen. Dat helpt je om de tekst sneller te begrijpen én goed te beantwoorden.

2. Woorden, woorden, woorden...

Maak jij oude examens om te oefenen? Top! Maar: lees je een woord dat je niet kent? Sla het dan niet over. Zoek het op, schrijf het op, en oefen het nog een keer. Zo bouw je een eigen woordenlijst op die je écht helpt bij je examen. Vooral bij Engels, Frans of Duits kan dit je net dat extra zetje geven om de tekst goed te begrijpen. Een handige manier om je woordenschat te vergroten is door te oefenen met de nieuwe online woordjestrainer die hoort bij Examenidioom!

3. Waar staat het antwoord?

Veel vragen gaan over de kernzin van een alinea. Vaak is dat de eerste, tweede of laatste zin. Dus als je een vraag krijgt over de hoofdgedachte of het belangrijkste punt van een stukje tekst: scan deze zinnen eerst. Grote kans dat daar het antwoord zit!

4. Slim lezen = sneller klaar

Stel, je krijgt een vraag over een stukje tekst uit alinea 3 of 4. Lees dan niet eerst alinea 1 en 2 ook nog helemaal door. Zonde van je tijd! De vraag gaat niet voor niets over die specifieke alinea’s – daar staat dus meestal gewoon het antwoord. 

5. Signaalwoorden: geheime aanwijzingen

Let goed op signaalwoorden zoals ‘daarom’, ‘maar’, ‘toch’, ‘dus’, ‘bijvoorbeeld’ en ‘echter’. Deze woorden geven je vaak een hint naar het juiste antwoord. Ze verbinden zinnen en alinea’s en laten zien of er een tegenstelling, conclusie of voorbeeld komt. Leer ze goed – ze zijn je geheime wapen bij het examen!

Wil je goed voorbereid zijn?

De examens zijn eigenlijk net puzzels: als je weet hoe je moet kijken, vallen de stukjes veel makkelijker op hun plek. Begrijp wat er gevraagd wordt, herken de belangrijke woorden, en weet waar je moet zoeken. Zo kom je al een heel eind.

  • Maak oude examens – en let op de soorten vragen die vaak terugkomen.
  • Bouw je eigen woordenlijst van onbekende woorden.
  • Oefen met het herkennen van kernzinnen en signaalwoorden.
  • Lees af en toe een actualiteitsartikel – het helpt echt!

Tot slot

Taalvakken zijn misschien niet je favoriete vakken (of juist wel!), maar ze zijn heel goed te doen als je slim oefent. Geen eindeloos stampwerk, maar begrijpen hoe teksten zijn opgebouwd en hoe vragen zijn gesteld. En het mooie is: hoe vaker je oefent, hoe sneller je die patronen doorhebt.

In de Examenbundels voor de taalvakken vind je hier volop oefenmateriaal voor. Alles is aangepast aan hoe de examens nu worden afgenomen, dus je oefent precies wat je moet kennen. Check ook Mijn Examenbundel voor extra opdrachten en de oriëntatietoets: dan weet je precies hoe je ervoor staat. En gebruik Examenidioom om je woordenschat uit te breiden en te toetsen.

Succes – je bent er dichterbij dan je denkt!