10 tips voor je eindexamen duits

Mijn naam is Mevrouw Duits en in dit artikel geef ik je 10 examentips voor het examen Duits. Naast dat ik al enige tijd Duits geef is Duits ook mijn moedertaal. Voor tips over Duits moet je dus bij mij zijn! Dat is dan ook de reden dat ik in dit artikel ook een paar keer doorverwijs naar mijn eigen video’s en website. Kun je naast Examenbundel, Examenidioom en Mijn Examenbundel dus nog meer hulp gebruiken voor je examen Duits, laat het mij weten!

10 tips voor je eindexamen Duits

Examentip 1: Das Ziel vor Augen

Een examen Duits begin je heel zakelijk: hoeveel vragen moet je beantwoorden en waar staan de vragen waar je veel punten mee kunt scoren? Blader het opgavenboekje even door en kijk of de laatste vragen veel punten waard zijn. Het zou heel jammer zijn wanneer je in tijdnood de laatste vragen moet afraffelen, terwijl deze veel punten waard zijn.

Examentip 2: Woordenschat is “das A und O”

Alpha en omega, het begin en het einde. Zonder woorden geen zinnen, zonder zinnen geen tekst. Het is begrijpelijk dat je niet alle woorden kunt leren, maar de veelvoorkomende woorden in de vragen en antwoorden zijn écht een must. Hier wil je geen tijd mee verliezen door ze eerst op te moeten zoeken in je woordenboek. In je examenbundel staat een handige lijst met precies deze woorden.

Examentip 3: Signaalwoorden wijzen je de weg

Ze heten niet voor niets signaalwoorden: ze wijzen jou op het juiste antwoord. Door deze woorden te leren herkennen en de bijhorende functie te weten, kun je veel sneller en makkelijker vragen beantwoorden waarbij naar een alineafunctie wordt gevraagd of waarbij je een signaalwoord in een open plek moet invullen. Signaalwoorden gesorteerd op functie, vertaald in een overzichtelijke lijst én oefeningen vind je hier.

Examentip 4: Laat je nou niet misleiden!

Stel je voor: je maakt een examenvraag. Dan heb je een vraag bedacht met het juiste antwoord erbij en moet je nog twee foute antwoorden bedenken. Uiteraard ga je dan kijken naar wat er nog meer in het betreffende stukje tekst staat, zodat je misleidende antwoordmogelijkheden kunt bedenken waar diegene die de toets maakt intrapt. De foute antwoorden zijn dus niet willekeurig uit de duim gezogen.

Maar hoe zorg je er nou voor dat je niet de val in loopt?

  • Lees de vraag als volgt: wát moet ik weten en wáár kan ik dit vinden? Markeer of onderstreep deze info in de vraag.
  • Lees het betreffende stukje tekst (bijvoorbeeld alinea 2) en ga gericht op zoek naar het antwoord. Markeer relevante woorden en zinnen.
  • Formuleer je eigen antwoord (in je hoofd) in het Nederlands.
  • Pas nu lees je de antwoordmogelijkheden en kies je het antwoord dat (het meest) overeenkomt met jouw antwoord.

Meer uitleg over misleidende examenvragen en voorbeelden hiervan vind je hier.

Examentip 5: Leestekens zijn belangrijker dan je denkt!

En hierbij bedoel ik met name dubbele punten (:) en gedachtestreepjes (-). Let er eens op wanneer je een Duitse examentekst leest: er wordt zowat gestrooid met bovengenoemde tekentjes. Deze tekens worden niet alleen gebruikt om de leesbaarheid van een tekst te verbeteren, maar – en vooral dit is voor jou van belang – óók om aanwijzingen over de betekenis van een zin te geven. Zie je wat deze tekens met de zin hierboven doen? Je ziet meteen wat belangrijk is. Wordt er gevraagd naar de kern van een alinea of bijvoorbeeld een reden of gevolg van iets? Ga op zoek naar dubbele punten en gedachtestreepjes: ze staan er niet voor niets!

Examentip 6: Het is echt iedere keer hetzelfde liedje..

Wanneer je veel, heel veel examenvragen Duits hebt gemaakt, zul je merken dat het allemaal dezelfde vraagsoorten zijn. Voor iedere vraagsoort heb je weer een bepaalde aanpak en handige trucjes. Er wordt gevraagd naar de kern van een tekstdeel, de gevreesde open plekken, alineafuncties, beweringen en ga zo maar door. Zorg ervoor dat je een overzicht hebt van vraagsoorten en dat je weet hoe je iedere vraagsoort moet aanpakken. Dit kun je doen door bijvoorbeeld een examen te maken en een online bespreking te bekijken.

Examentip 7: Ordnung muss sein!

Zorg ervoor dat je al je spullen in huis hebt en dat je alles meeneemt naar de zitting. Met alle spullen bedoel ik: een woordenboek D-NL, markeerstiften en uiteraard een pen. Check van tevoren even wat er allemaal in je woordenboek staat: er staat meestal meer in dan je denkt! Sommige woordenboeken hebben helemaal achterin bijvoorbeeld bepaalde woordenlijsten die tijdens je examen heel handig kunnen zijn.

Examentip 8: 10x achter elkaar A? Dat kan.

Kijk eens naar alle meerkeuze antwoordmogelijkheden van de examens van Duits. Valt je iets op? Ja, ze staan allemaal op alfabetische volgorde. Het correctiemodel ontstaat dus pas nadat de antwoordmogelijkheden alfabetisch zijn gesorteerd. Het is dus wel écht geheel willekeurig en zeker mogelijk dat je heel vaak achter elkaar hetzelfde antwoord moet invullen.

Examentip 9: Zoek niet alles op!

En al helemáál niet alle antwoordmogelijkheden vóórdat je je eigen antwoord hebt geformuleerd. Dat is echt zonde van de tijd. Zoals ik in tip 4 heb uitgelegd, kun je beter eerst je eigen antwoord formuleren en pas daarna de antwoordmogelijkheden lezen. Stel dat je een woord uit een antwoordmogelijkheid niet begrijpt, maar jouw eigen antwoord er tussenstaat en je deze wél begrijpt. Dan hoef je dat woord uit het foute antwoord niet meer op te zoeken. Het duurt gemiddeld 1 minuut om een woord op te zoeken en je hebt gemiddeld 3 minuten per examenvraag. Merk je dat je in tijdnood komt? Ga dan vast naar de vragen die meer punten waard zijn, zoals in tip 1 omschreven.

Examentip 10: Keine Ahnung?

Slim gokken! Heb je écht geen idee? Dan moet je weten hoe je slim kunt gokken. Want de regel dat ‘het langste antwoord meestal goed is’, is helaas niet gebaseerd op feiten. Kijk naar tegenovergestelde antwoordmogelijkheden of antwoorden die op elkaar lijken. Kun je die vinden? Dan kies je daar eentje van. Wil je hier wat voorbeelden van zien? Deze kun je hier bekijken. Let wel op dat je deze truc alleen als laatste optie gebruikt.

Viel Erfolg! Dat is veel succes in het Duits ;-)